Een
uit verschillende bouwvolumes samengesteld onderkelderd hoekpand.
Oorspronkelijk is het een haaks op de Dubbelstraat gelegen pand, met 17de eeuwse oorsprong.In de 18de eeuw is haaks hierop,
evenwijdig aan de straat een bouwvolume gerealiseerd, waardoor het
pand een L-vormige plattegrond kreeg met in de 'oksel' een ommuurde
binnenplaats. Het pand heeft haaks op elkaar staande schilddaken, gedekt met
Oudhollandse dakpannen en is opgetrokken in bak- steen. De gevels aan de straatzijde
zijn wit geschil- derd, in de binnentuin zien we schoon metselwerk.De gevel heeft een hoge classicistische houten kroonlijst met klosjes waarachter
de ramen op de verdie- ping omhoog schuiven. De gevels op de binnenplaats
hebben verschillende historische vensters en deurpartijen, welke door
de eeuwen heen geplaatst zijn. De constructie van het pand is grotendeels historisch en bevat in het
oudste gedeelte restanten van een houtskelet met gehakte telmerken, de
haakse aanbouw bevat onder andere een eiken spant.
Het interieur heeft een gedeeltelijk historische indeling, onder andere
met een kelder met tongewelf onder de voorkamer, een hal
( de oude
slagerij ) en een duidelijk herkenbare werkplaats. Op de verdieping is
nog de originele houten 'meidenkamer' met bedstede en
bergkasten. In
het achterhuis bevinden zich verschillende vertrekken met sobere, maar
originele kastenwanden. Dit draagt er toe bij dat het huis een
authentieke sfeer uitstraalt.
De voorkamer is het hoogtepunt van het
huis. Het is een kamer met kastenwanden en lambriseringen in Lodewijk
XV-stijl met een prachtige beschilderde eikenhouten schouw
voorzien van een landelijk tafereel met
jongelingen en schapen. De zuidwand heeft in het midden openslaande
deuren met ruitjes geflankeerd door twee kasten. Een van de kasten is
de oorspronkelijke
bedstede, de andere de linnenkast, hierboven bevinden zich
polderkastjes. Daarnaast is er een toppunt van illusie, namelijk een
ingebouwde
eikenhouten secretaire. Het bovenstuk heeft een stenen achterwand en de
buik dient om de kelderingang in de hal
te verhullen.De polderkastjes hierboven zitten hier slechts voor de
sier, de deurtjes hebben geen scharnieren en zitten gewoon
dichtgenageld.
Vanaf de oorsprong heeft het pand de functie van pottenbakkerij gehad,
dit heeft geduurd tot het begin van de twintigste eeuw. De pottenbakker
ging failliet en heeft de boedel in verschillende delen verkocht. Het
woonhuis met aangrenzende pakhuis bleef als eenheid bestaan en werd
opgekocht door slager C. Cameron.
Op de hoek Dubbelstraat / Havenstraat werd in 1910 een winkelpui met sobere
Art Nouveau details gerealiseerd.
Het is een afgeschuinde entree met aan weerszijden grote
etalagevensters met een hardstenen onderdorpel.
Veel van dergelijke in
het oog springende winkelhoekpanden zijn helaas verdwenen. Wij hebben
er voor gekozen
de winkelpui te behouden en zo kon de voormalige slagerij een functie
krijgen als entree/hal van het woonhuis. In het voorhuis zijn de
ruimtes nagenoeg intact gebleven. Van de voormalige werkplaats zijn de
stenen wanden onder de steunbalken behouden/ bijgewerkt en zijn er
nieuwe ruimtes gecreëerd tussen de dakspanten.
In het midden van deze werkplaats was ooit de slachtruimte van slager
C.Cameron. Hier stond een antieke koelruimte van 2x2x2 m uit de 19de
eeuw. Volgens Adrianus Cameron had zijn vader deze nog gekocht uit een
failliete boedel van een andere slager. De wanden waren van kippengaas
gevuld met kurk besmeerd met pek, met aan de binnenzijde metaal
(lood?), de buitenkant was met houten schrootjes bekleed. De ruimte
werd oorspronkelijk gekoeld door ijsstaven. De koelruimte was een echte
sta-in-de-weg en is geschonken aan het slagersmuseum, waar hij in een
slagerij staat te pronken.
In
de verbindingsruimte tussen het voor- en achterhuis waren een alkoof (
een slaapplaats zonder direct daglicht) en een opslagruimte. Hier is
een ruimte van gemaakt en er is een centrale trap geplaatst, mede om de
niveauverschillen van de verdiepingsvloeren te kunnen overbruggen. Tot
1988 was de douche/w.c. op de binnenplaats, tussen een gas/waterhok en
het rookhok voor de hammen, ook was er een aangebouwde keuken, waar je
je hoofd niet stootte als je tussen de balken stond, deze zijn
allemaal afgebroken om plaats te maken voor een stadstuin. Onder deze
keuken bevond zich ook een waterkelder. De kastenwanden, balken
en de trap uit deze keuken zijn weer geplaatst in de achterste
werkplaats/schuur.
Onder de vloer van de binnenplaats en de douche/w.c.-ruimte werd door het aanleggen van riolering tijdens de verbouwing de oude beerput
opengelegd. Deze is 1.60 m in doorsnee, waardoor hij tot de grotere
afvalputten behoort, en ongeveer 3 m diep. Zoals het er naar uitzag was
de put nooit geleegd, er kwamen 20 aardappelkisten scherven uit. Rood
aardewerk, waarvan we dus vrijwel zeker kunnen zeggen dat het aardewerk
van de Boom der Liefde is, Delfts wit/blauw, glaswerk en een emmer vol
met pijpenkoppen. Dit heeft heel wat maanden puzzelwerk bezorgd, maar
er is daardoor wel een mooie overzicht van potten uit huishoudens van
de 17de tot de 20ste eeuw te zien.In de ruimte naast de alkoof was ook
een grote stortplaats van scherven, hiertussen zaten veel misbaksels en
er was niet veel eer aan te behalen.
|