Dag 5, zondag
16-07-2006
Koud
en klam, wat
een nachtelijke moessonbuien, wat een gekletter op het dak, wat een
gerochel,
gekakel, gekraai en geblaf, wat een ongelooflijke herrie in dit
paradijs. Om
vijf uur begint het al, dus lekker mijn dagboek bijgewerkt. Liggend in
de rook
van het keukenvuur, dat op een onmogelijke manier wordt aangemaakt met
enorme
grote blokken hout. Het is mistig en m’n zaklamp kan ik
nergens vinden, dus wordt
het toiletbezoek een aangelegenheid op de tast, wat is een donkere
nacht toch
zwart. Wat een geluiden, huilende baby’s…en die
hanen, wat zou ik die graag
killen. Iedereen lijkt nog te slapen, ik snap er niks van en ondertussen komt
het daglicht langzaam tevoorschijn, licht schijnt en de familie loopt
maar heen
en weer, kijkt maar hoe ik alsmaar doorschrijf, langzaam warm ik weer
op van al
die kou vannacht. We zitten hoog in de bergen, hoe hoog weet ik niet,
ik ben
eens lekker gaan badderen bij de pomp boven in het dorp, waar weer veel
bekijks
was. Het is een prachtig verstild beeld, de mist en de koeien nog half
slapend
in de “hoofdstraat”. Nadat iedereen ontwaakt is
gaan we de spullen inpakken,
ontbijten met thee, brood, chocoladepasta, pindakaas en natuurlijk
smeerkaas
van “La vache qui rit”. En die dragers maar
sjouwen! De werkers weer naar het
rijstveld en toen ons afscheid. Eerst de chief nog een envelop met geld
voor
het ziekenhuis overhandigd, in de omgeving van de lever zit een bult
ter grootte
van een behoorlijk ei, ik ben zo gelukkig het te mogen zien en het ziet
er niet
best uit!! Ik houdt een korte toespraak om namens de groep te bedanken
voor de
gastvrijheid en overhandig de envelop met $25
aan de chief en de “chief of
youngsters” ( zijn zoon ) en wordt
hartelijk bedankt na nog een blik te mogen werpen op het ei en dan
verlate n we
het erf na bij het hek nogmaals bedankt te zijn door vader en zoon.
Manna leidt
ons nog even
rond en we zijn, na uitleg
over het vrijhuisje bij de Akka en
de poort met het vredesteken met een
houten fallus erdoor gestoken, op weg gegaan naar
het volgende dorp. We hebben
nu een tractorbreed pad en genieten van het
uitzicht. Onderweg komen we een
gezin met een vader met wel erg ontstoken rode ogen
tegen en hebben maar weer
geld gedoneerd en hem verzekerd dat hij naar een
oogarts moet. We hebben
prachtige foto’s kunnen maken, moeder trekt zelfs
haar mooie hesje aan en legt
de ontblote borsten nog even goed. Chantal
wil geloof ik erg graag mijn dagboek
lezen, ze ziet zelf geen tijd om te
schrijven en zodra ze iets ziet verwittigt ze me
dat ik het op moet schrijven.
We komen in Soem Ban Jiao (Jiao
= oud ) aan en we moeten nu via stenen paden de berg af. De
dorpen liggen allemaal tegen bergen aan en hebben dus meestal modderige
paden,
het is niet geweldig al die blubber, hier dus grote en kleine
zwerfkeien. We worden
weer gastvrij ontvangen en de dragers/ koks maken een soort
ketjapbouillon met
mihoen, lekker zoetzout. Chief hier is 65 en we verdenken hem ervan
“in een
grote ketel met opium te zijn gevallen”, zijn blik is wat
afwezig. Alle mannen dragen
hier zwarte kleren en een Zorrohoed en de vrouwen hebben hier een soort
witte
kuitsokken. Lekker uitgerust en toen weer op weg over een mooi rustig
pad,
wadend door een rivier en een lekker heet zonnetje boven ons hoofd.
Bij de volgende
rustplaats is een “terras” met shoppie en daar
kunnen we heerlijk water en cola
drinken, de voorraad is dan ook meteen op. Ik voel een hoofdpijn
naderen en
besluit met het busje en de bagage verder te gaan en zo van het
landschap te
genieten, een gedeelte is zo mans om ook het laatste stuk te lopen. In Nam Am ben ik lekker op de houten bank
op de veranda gaan liggen met een Ibuprofin en de kinderen gapen ons
wat aan.
Er is niet genoeg plaats bij de chief en wij slapen met Bob, Bettie en
Sandra in een
hut/winkeltje tegenover de school en hebben daar een
fonkelnieuwe w.c.,
volgens mij zijn we de eerste gebruikers. Wat is het allemaal
anders in dit
dorp, varkens in een hok en allemaal prachtige groente tuintjes
met ananas en mango- en
papayabomen. Het leven ziet er hier meteen draaglijker
uit.
De vrouwen dragen
hier prachtige zwarte zelfgeweven Chineesachtige jasjes en
er zijn me hier toch
veel kinderen. Lekker gedoucht aan de pomp, sommigen in
de rivier, het moet
natuurlijk wel allemaal discreet! Veel bekijks dus. De
kinderen krijgen
allemaal ballons en Veerle heeft heerlijk overgegooid, gebald en
gelachen met
het grut.
‘s Avonds vegetarisch gegeten, 2 Làoláo’s
en Laobeer en ik voel me weer pico bello, waarna we in het donker met
slecht werkende
zaklampen huiswaarts gaan. We slapen op een verhoging en er hangt een
ondraaglijke warmte, midden in de nacht worden ineens de ramen en
deuren
dichtgedaan, iedereen weer wakker, de moessonbui begint nog geen minuut
later. ’s
Nachts blijken er ook nog twee koeien half binnen te hebben gestaan, ze
zoeken
contact met Bob, helaas heeft hij geen interesse, en dan is er nog die
leuke
miauwende
poes…..“Tssjss”……
We hebben geslapen
tot de familiebezigheden begonnen, Sandra is al naar het huis van de
chief. Wij
kunnen nog even een oogje dicht doen!
|