Dag 9, donderdag
20-07-2006
’s
Morgens
heerlijk uitgeslapen uit mijn bed gekomen, gedoucht en lekker gegeten
in de
ontbijtzaal van dit voormalige militaire complex, waar je gewekt wordt
door de
Laotiaanse ochtendpost, die alle taken van de dag vermeld en erg
opwekkende
muziek draait. We hebben omelet (spiegelei) met
brood, lekker en toen weer op
weg. Onderweg merk ik dat ik mijn
ploffertje ben vergeten, maar het lijkt
wel
alsof het geluk met me speelt, want in het
eerste het beste dorp ziet Veerle
een
kind met zo’n ding. Hier dus nu een Pom
Lo gekocht van Pahm, een erg
guitig ventje met lieve familie en ik krijg
een lading besjes mee om te schieten. Dit
dorp behoort tot de Stripe
Mongh, te herkennen aan de
strepen in hun dracht. Ze hebben er ook
erg
lekkere lychees, door Yvonne gekocht! Onderweg
komen we ook nog een Black
Mongh dorp, met veel paarden en een Red Mongh dorp, met prachtig
borduurwerk tegen. De weg is nu zo slecht dat we twee keer een grote
kei tegen
de onderkant van de bus krijgen. We passeren een prachtige kermiswagen
met de
hele draaimolen op de wagen gebonden. In Bai
Man liggen de boten al klaar om ons
over de Nam Ou te varen, het lijkt
wel de Li-rivier bij Guilin
in China. Kinderen zijn
heerlijk in de
modder aan het spelen, zwemmen en duiken dat het
een lust is. Heerlijke
moessonbuien, die wat uit de hand lopen, dekzeil
erover en varen maar. Door een
tegenligger krijgt Chantal een lading water over zich heen,
maar we genieten
wel hoor, iedereen onder regencapes, de
tassen ook en regelmatig even schuilen
onder een extra paraplu. Nu
zitten we in en
vissersdorp van de Thai Lu, met mannen
met tattoes van knie tot navel, een soort
broeken met blauwe patronen. Heel veel
fuikenvlechters en aan het eind van het dorp
spelen de plaatselijke mannelijke pubers Katow
met een bamboebal, erg intensief in deze
vreselijke hitte. Er zijn ook veel
vaders en moeders die met hun
baby’s rondsjouwen, heel erg lief en ze
zeggen
allemaal dat Veerle Nam Lai is, dit
betekent dus mooi. We worden verwelkomd met heuse
echte boomschorsthee en hebben
al weer een paar Làoláo’s
op en ik voel
me al weer zatjes worden. Na 2 Laobeer en 4 Làoláo
kijgen we het avondeten binnen geserveerd;
soep met tofu, andijvie met paddestoe- len, eend,
aubergine, komkommer,
rotanscheut met saus, sticky
rice
(kleefrijst), heerlijk. We
zitten
allemaal op de grond en ondertussen
wordt
er
flink gesleept met draden en grote boxen
en we
denken dat we een soort
karaoke-avond zullen hebben. Wij
moeten op
bankjes voor het huis van Fun,
de
“head of the village” gaan
zitten,
terwijl de bewoners ondertussen de restjes
opeten. We zijn dus al uit beleefdheid
maar aan het
oefenen geslagen, totdat we
van Manna te horen krijgen dat we met gevouwen
handen
iemand ten dans moeten
vragen. Het is gewoon
Laodisco onder een imposante sterrenhemel en helaas zijn er niet zo
veel Lao’s
om mee te dansen, die staan in de donkerte van de huizen toe te kijken.
Van ons
hoeft dit eigenlijk niet zo, het voelt erg opgelegd aan, maar het is
wel
gezellig. Na het tanden poetsen en wassen met een miezerig straaltje
van de
pomp liggen we onder de klamboe in de moordende hitte, die als een
loden deken
op je ligt, er staat geen zuchtje wind, maar we vallen snel in slaap.
|