dag 10 Deir ez Zawr, Douro Europos, Mari, Palmyra

Dag 10, zondag, 29-07-2007

Vroeg opstaan, want we gaan eerst richting Douro Europos en Mari en pikken daarna een aantal achterblijvers op om naar Palmyra te vertrekken. De eerste stop is nog in Deir ez Zawr bij de Franse brug over de Eufraat. Pas toen de architect met zijn familie onder de brug in een boot ging liggen durfde de bevolking over de brug te gaan, ze vertrouwden het niet. Daarna door een steeds desolater wordend landschap naar Douro Europos. De resten van de stadsmuren zijn echt overwoekerd door zandduinen, dit geeft wel een heel speciaal effect. Binnen de muren is het zo niet nog meer verlaten en aan de oevers van de Eufraat geeft het een vreemd contrast; deze zandvlakte van gestapelde, gedroogde stenen en zandduinen. De prachtig beschilderde oudste synagoge van Syrië in het Nationale Museum in Damascus stond hier tegen de stadsmuur. Gelukkig geeft je dat een beeld bij zo'n stad. Yalla.. Yalla..Toen door naar Mari, dit is dus echt alsof je op de maan bent geland, gedroogde opgestapelde stenen. Een klein gedeelte van ons gezelschap heeft nog de moed te gaan kijken in dit gebied met wilde zwerfhonden. Als je dan in boeken naleest wat hier is opgegraven snap je van welk groot belang deze nederzetting is geweest en is voor kunsthistorici. De rest blijft in de bedoeïenentent en heeft met de hele familie in de slaapkamer thee zitten drinken en toen we terugkwamen hebben we de meegenomen picknick weer heerlijk verorberd. Daarna mag dokter Ronald, onze "arts zonder grenzen", nog even een diagnose stellen over een bloederige lip van de heer des huizes; duidelijk vitaminegebrek. Onderweg naar Deir ez Zawr krijgen we weer een grootse uitleg met wilde verhalen over trouwen in Syrië, school en studeren en de Islam en Mohamed. In het hotel hebben we ons voor de laatste keer verbaasd over het verkeersbord waarop staat dat het verboden is iemand met een mes in de rug te steken en zijn we weer vertrokken. In het steeds desolater wordende landschap, (kan het nog erger?), zien we regelmatig herders met dromedarissen. Een kleintje kost ongeveer 1000 dollar, er loopt dus een aardig kapitaal door het zand te banjeren op zoek naar kamelengras.
In Palmyra zitten we in het "Orient Hotel" midden in het centrum en zijn eerst met de bus een rit door de oude stad gaan maken om een indruk te krijgen. De stad heette ooit Tadmor, wat zoiets als dadel betekent en werd door keizer Hadrianus Hadriana Palmyra genoemd, stad der palmen. Om een prachtige zonsondergang te kunnen beleven rijden we naar de berg met daarboven Qala'at ibn Ma'an, er is een overweldigend uitzicht over het oude Palmyra en zijn omgeving en ook een spectaculaire zonsondergang. Om de vermoeiende dag af te sluiten gaan we in een bedoeïenentent eten met muziek en dans van jongens ( meisjes kunnen dit natuurlijk absoluut niet doen in dit land). Het eten is weer veel te lekker en de waterpijpen gaan weer goed rond, zodat het weer een super avond is.

meer foto's pijl naar links Index pijl